Die winter is vergangen
Ik zie des meien schijn
Ik zie die bloemkens hangen
Des is mijn hart verblijd
Zo ver aan genen dale
Daar is ’t genoeglijk zijn
Daar zinget die nachtegale
Also menig woudvogelkein
Ik zie des meien schijn
Ik zie die bloemkens hangen
Des is mijn hart verblijd
Zo ver aan genen dale
Daar is ’t genoeglijk zijn
Daar zinget die nachtegale
Also menig woudvogelkein
Tekst naar het handschrift van Weimar, 1537
uit Hoffmann von Fallersleben, Niederländische Volkslieder, 1833
Melodie uit luitboek van Thysius, ca. 1600
uit Hoffmann von Fallersleben, Niederländische Volkslieder, 1833
Melodie uit luitboek van Thysius, ca. 1600
Leuk het gedicht bij de foto's. Het gedicht doet me denken aan mijn lagere schooltijd :-), de melodie komt spontaan naar boven en blijft in mijn hoofd zitten
BeantwoordenVerwijderenGroetjes.
Anne
Bij mij is het ook zo. Als ik naar buiten kijk komt het spontaan in mijn hoofd.
VerwijderenGroetjes.
Ben.